Verkoop glazuur.

1. Roer/mix het glazuur heel goed. Giet het glazuur eventueel over naar andere emmer en dan terug. En roer opnieuw. Dit is belangrijk omdat ‘het slappere deel’ anders boven blijft.
2. Vul een maatbeker van bv 1l met duidelijk maat aanduiding met 1l glazuur. Je kan ook een smalle maatcilinder gebruiken.
3. Weeg deze volle maatbeker. (denk eraan om uw weegschaal eerst op nul te zetten voor het vullen van de maatbeker)
4. Als je werkt met een maatbeker van 1l, kan je het gewicht gewoon aflezen.
5. Als je werkt met een maatbeker met een andere capaciteit, moet je de afgelezen waarde nog omrekenen om het gewicht van 1l te bepalen. (Als je bv werkt met een maatbeker van 500ml, moet je de afgelezen waarde verdubbelen)

Tip: als je twijfelt aan uw methode, probeer dan eens het soortelijk gewicht van water te bepalen; dat zou op 1kg moeten uitkomen.

Alle glazuren zijn dompelglazuren.

Indien je het glazuur droog aankoopt, kan je eventueel zelf een test doen om het glazuur als kwastglazuur aan te maken met behulp van aangelengde pehatine.

Wijzelf deden deze testen niet en kunnen dus ook de resultaten niet voorspellen…

Het is de bedoeling dat steeds de volledige bestelde hoeveelheid in één keer wordt aangemaakt. De grondstoffen zitten immers niet gelijk verdeeld in de emmer bij levering!

1. Voeg de vermelde hoeveelheid water toe (of 80% water indien niet vermeld) en roer het poeder voorzichtig onder. Denk aan je eigen veiligheid en gebruik steeds een FFP3 masker zolang je met droge stof werkt.
2. Laat een dagje ’trekken’.
3. Mix/roer het glazuur en zeef alles minimaal 2x door een zeef van minimum 80 mesh. (Als je merkt dat het glazuur écht een te dikke brij is om te zeven, voeg dan nog 10% water toe voor het zeven)
4. Mix/roer alles goed en meet het soortelijk gewicht en stel bij indien nodig.
5. Laat 2 dagen rusten.
6. Controleer nogmaals het soortelijk gewicht en stel bij indien nodig.
7. Neem een staaltje en bak deze om het resultaat te zien vooraleer je uw levenswerk ermee glazuurt.

Opmerking: het percentage water is steeds op de bestelde hoeveelheid droge stof, ook al zit er meer in de emmer.

Uitzonderingen:

– Noors Blauw – stap 3: in het atelier wordt deze glazuur 5x door een gewone keukenzeef gezeefd ipv door een fijne glazuurzeef. Mochten er toch nog kleine klontertjes zichtbaar zijn in het glazuur, kan je het glazuur toch best 1x door een mesh 60 zeef draaien.

Als het resultaat afwijkt van het staaltje dat je zag in het atelier, kunnen volgende zaken een rol spelen:

• hoeveelheid water in het glazuur -> controleer het soortelijk gewicht van het glazuur
• de applicatiedikte
• de stookcurve -> controleer uw stookcurve met cones
• soort klei

Sowieso is het steeds aan te raden eerst wat testjes te doen met het glazuur op uw klei in uw oven.

De baktemperatuur wordt uitgedrukt in ‘Cone’ nummers. Deze zijn aangegeven in bovenstaande tabel voor elk van de glazuren.

De reden waarom we geen temperatuur aangeven in °Celsius: de volledige stook van een glazuur is niet alleen afhankelijk van de toptemperatuur van de stook, maar ook van de snelheid waarmee je oven die toptemperatuur bereikt.

De meest gebruikte cones zijn ‘Orton cones’; in dit document vind je de relatie tussen de cones en het aantal °Celsius: Orton Cone Chart Celsius

Om toch ergens een idee te geven van temperaturen (top temperatuur en stijging gedurende laatste 100°C):

• Cone 6: 1220 °C aan 60°C/h of 1241 °C aan 150°C/h
• Cone 7: 1237 °C aan 60°C/h of 1255 °C aan 150°C/h
• Cone 8: 1247 °C aan 60°C/h of 1269 °C aan 150°C/h
• Cone 9: 1257 °C aan 60°C/h of 1278 °C aan 150°C/h
• Cone 10: 1282 °C aan 60°C/h of 1303 °C aan 150°C/h

Onze ervaring leert wel dat de meeste ovens ‘warmer’ worden dan wat men in de tabel van de Orton cones vindt… Deze temperaturen zijn wel een indicatie over welke cones je best in je oven plaatst!

Eens cones in uw oven laten meebakken is echt een aanrader, en bij voorkeur zowel bovenaan als onderaan in de oven.